2 Kronieken 20:12

SVO, onze God, zult Gij geen recht tegen hen oefenen? want in ons is geen kracht tegen deze grote menigte, die tegen ons komt, en wij weten niet, wat wij doen zullen; maar onze ogen zijn op U.
WLCאֱלֹהֵ֙ינוּ֙ הֲלֹ֣א תִשְׁפָּט־בָּ֔ם כִּ֣י אֵ֥ין בָּ֙נוּ֙ כֹּ֔חַ לִ֠פְנֵי הֶהָמֹ֥ון הָרָ֛ב הַזֶּ֖ה הַבָּ֣א עָלֵ֑ינוּ וַאֲנַ֗חְנוּ לֹ֤א נֵדַע֙ מַֽה־נַּעֲשֶׂ֔ה כִּ֥י עָלֶ֖יךָ עֵינֵֽינוּ׃
Trans.’ĕlōhênû hălō’ ṯišəpāṭ-bām kî ’ên bānû kōḥa lifənê hehāmwōn hārāḇ hazzeh habā’ ‘ālênû wa’ănaḥənû lō’ nēḏa‘ mah-nna‘ăśeh kî ‘āleyḵā ‘ênênû:

Aantekeningen

O, onze God, zult Gij geen recht tegen hen oefenen? want in ons is geen kracht tegen deze grote menigte, die tegen ons komt, en wij weten niet, wat wij doen zullen; maar onze ogen zijn op U.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

אֱלֹהֵ֙ינוּ֙

O, onze God

הֲ

-

לֹ֣א

zult Gij geen

תִשְׁפָּט־

recht tegen hen oefenen

בָּ֔ם

-

כִּ֣י

want

אֵ֥ין

in ons is geen

בָּ֙

-

נוּ֙

-

כֹּ֔חַ

kracht

לִ֠

-

פְנֵי

tegen

הֶ

-

הָמ֥וֹן

menigte

הָ

-

רָ֛ב

grote

הַ

-

זֶּ֖ה

deze

הַ

-

בָּ֣א

ons komt

עָלֵ֑ינוּ

die tegen

וַ

-

אֲנַ֗חְנוּ

en wij

לֹ֤א

niet

נֵדַע֙

weten

מַֽה־

wat

נַּעֲשֶׂ֔ה

doen zullen

כִּ֥י

maar

עָלֶ֖יךָ

zijn op

עֵינֵֽינוּ

onze ogen


O, onze God, zult Gij geen recht tegen hen oefenen? want in ons is geen kracht tegen deze grote menigte, die tegen ons komt, en wij weten niet, wat wij doen zullen; maar onze ogen zijn op U.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!